Elke virtuele Azure-machine heeft een bepaalde toewijzing van hardware, waaronder CPU-kernen, geheugen, harde schijven, netwerkinterfaces en andere apparaten om een breed scala aan besturingssystemen, toepassingen en workloads uit te voeren in de Azure-cloudomgeving. Deze hardwarebronnen worden gepartitioneerd binnen een Azure-datacenter om virtuele Azure-machines te maken.